DENHELDER/SCHAGEN - Het gaat niet best met de tapuit in grote delen van Europa. In ons land tellen we in recente jaren rond driehonderd broedparen. Ter vergelijking: eind jaren zeventig waren dat er nog minstens tweeduizend. De tapuit was toen een karakteristieke bewoner van duin- en heidegebieden, maar de meeste zijn inmiddels verlaten. De resterende bolwerken liggen in de duinen ten noorden van het Noordzeekanaal en op het Aekingerzand. Goed nieuws: 2019 lijkt een goed tapuitenjaar te worden in de Noordduinen, door aangepast beheer, nestbescherming en de droogte! Gemeente Den Helder, gemeente Schagen, Landschap Noord-Holland en de provincie Noord-Holland tekenden op 16 juni 2017 gezamenlijk een convenant om de achteruitgang van de tapuit in het duingebied een halt toe te roepen. Het is goed om te zien dat de inspanningen nu vruchten afwerpen.
Achteruitgang
Een belangrijke oorzaak van de achteruitgang ligt in de verruiging van duinen en heide door neerslag van stikstof uit de lucht. Wat ook meespeelt is het verdwijnen van het konijn, dat zowel nestholen verschafte als (door te grazen) veldjes met lage begroeiing; ideaal voor de op de bodem foeragerende tapuit. In de recent verschenen Sovon Nieuws (2019-2) staat een bijdrage over tapuitenonderzoek in de duinen van Noord-Holland. Het wordt uitgevoerd door Frank Majoor van Sovon en Boswachter Tim Zutt van Landschap Noord-Holland.
Jongenproductie en tweede legsel
Wat blijkt, 2019 is een uitzonderlijk goed broedjaar voor de tapuit aan het worden. Op het Aekingerzand steeg het aantal van 28 broedparen in 2018 naar 42 dit jaar. In de duinen van Den Helder een vergelijkbaar verhaal, van 25 paren naar 42, en in een derde bolwerk, de Eierlandse Duinen op Texel, van 29 naar 37. Ook de jongenproductie zit dit jaar op een hoog niveau. Normaal bestaat een legsel uit vijf of zes eieren, dit jaar zijn ook diverse succesvolle zevenlegsels aangetroffen. Bovendien is het aantal tweede legsels dit jaar opvallend hoog. Bij Den Helder zijn er dit jaar veertien aangetroffen, terwijl tweede legsels in de meeste voorgaande jaren zeldzaam waren. Door nestbescherming met gaas voor de nestingang (konijnenhol) waren er de afgelopen twee jaar nauwelijks predatieverliezen. Dit jaar zijn er al meer dan tweehonderd jongen uitgevlogen, dubbel zo veel als in de meeste andere jaren. Aan het Noordhollands Duinreservaat gaat de opleving helaas voorbij. Daar zijn nog maar een paar broedparen aanwezig.
Oorzaken succes
Landschap Noord-Holland nam in de afgelopen jaren allerlei maatregelen om de laatste tapuiten te redden. Denk aan nestbescherming tegen predatie door marters, maaien, chopperen en begrazen tegen verruiging. Delen van het glooiende landschap zijn gechopperd, ofwel zeer kort tot op de bodem gemaaid, wat positief lijkt uit te pakken voor deze soort. Dat de broedresultaten in 2019 goed zijn, kan ook zijn oorzaak vinden in de ongewone droogte vorig jaar. Daardoor ging veel gras in de duinen dood, ten bate van droogtebestendige duinflora, wat resulteerde in prima foerageeromstandigheden voor de tapuiten dit voorjaar. De zorgen om het lage aantal konijnen blijven echter, dus we zijn heel benieuwd of de positieve lijn zich de komende jaren voortzet.
Samenwerking
Het tapuitenveldwerk wordt gedaan in opdracht van Landschap Noord-Holland, Vogelbescherming Nederland en de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren (OBN-programma) die zich samen sterk maken om deze kwetsbare soort voor Nederland te behouden.